ST. JOHANN- Het eerste halfjaar van het fiscale jaar 2016/2017 (dat eindigde op 31 oktober) heeft de Oostenrijkse EGGER Group geen windeieren gelegd: 1.19 miljard euro bruto omzet, goed voor een winst van 189.6 miljoen euro.
Men is daar blij mee in Tirol, waar de groep gehuisvest is. "We zijn op alle markten gegroeid met onze interieur producten, goed voor 75 procent van onze omzet. De uitzondering is het Verenigd Koninkrijk, waar vanwege de Brexit het Britse Pond is gedevalueerd", aldus Thomas Leissing, de grote financiële man van de groep. Op zich groeide de afzet wel met bijna 5 procent, maar door de devaluatie werd er verlies op geleden (bijna 10 procent). Rusland, Roemenië, Spanje, Portugal en Japan zijn voorbeelden van sterke groeimarkten voor de vloeren fabrikant. De Duitse markt groeide, geheel volgens verwachtingen, stabiel met slechts 0,5 procent extra omzet voor EGGER.
Met interieur producten bedoelt de fabrikant wandmateriaal en vloeren, maar de vloeren op zichzelf daalden in geheel met 0,1 procent ten opzichte van het eerste halfjaar in 2015/2016. Het bedrijf geeft aan door te gaan met het nee zeggen tegen grote kortingen die geen winst opleveren. Een gerusstelling voor de detaillist...
Voor het tweede halfjaar zijn de verwachtingen voor de divisies meubelen en wandbekleding en vloeren positief. De OSB divisie heeft last van overcapaciteit. Het bedrijf verwacht nog extra te investeren in het snijden van productiekosten op de lange termijn. Men verwacht heel veel van de nieuwe collectie wandpanelen en decoren die gericht is op winkelinrichting en architecten. Want de wandpanelen blijven het allergrootste succesnummer van EGGER.